Nieuwe studie vergelijkt werkloosheids-uitkeringen in België en Frankrijk
02-06-2025
Een recente studie, uitgevoerd in samenwerking met het Franse Unédic (Union nationale interprofessionnelle pour l'emploi dans l'industrie et le commerce), een non-profitorganisatie die het werkloosheidsstelsel beheert voor de Franse privésector.
Die analyse, gebaseerd op de regelgeving van kracht op 1 april 2025, gaat verder dan een strikt reglementaire benadering en brengt de voorwaarden en het dekkingsniveau voor werkzoekenden in beide landen in kaart. Dat gebeurt door enkele fictieve typegevallen met elkaar te vergelijken. “Deze studie is een prachtig voorbeeld van de vruchtbare samenwerking tussen Unédic en de RVA”, aldus de heer Michiel Segaert, hoofd van de studiedienst van de RVA. “We kijken ernaar uit om deze waardevolle relatie tussen onze organisaties voort te zetten en samen te blijven werken aan een beter begrip van de sociale zekerheid in Europa.”
De studie belicht onder andere de kerncijfers van de arbeidsmarkt in zowel Frankrijk als België, inclusief werkloosheidspercentages en het aantal personen met een werkloosheidsuitkering. Zo bedroeg het werkloosheidspercentage (volgens de ILO-definitie) in het vierde kwartaal van 2023 7,5% in Frankrijk en 5,5% in België. Daarnaast geeft de studie inzicht in de bevolkingssamenstelling en de activiteitsgraad van beide landen.
Een belangrijk onderdeel van de vergelijking is de gedetailleerde analyse van deuitkeringsbedragen en de duur van de vergoeding. In Frankrijk varieert het vervangingspercentage bij de opening van het recht van 57% tot 75% van een loon dat kan oplopen tot € 15.700, met een degressiviteit die na de zevende maand ingaat, behalve voor personen van 55 jaar of ouder. In België bedraagt het vervangingspercentage bij de opening van het recht 65%, waarna het degressief daalt tot 40%. De gezinstoestand speelt daarbij een belangrijke rol. De duur van de vergoeding verschilt ook aanzienlijk: in Frankrijk is de minimumduur 6 maanden, terwijl werkzoekenden in België een eerste vergoedingsperiode van minimaal 12 maanden hebben, die in principe onbeperkt kan zijn.
De studie illustreert de verschillen tussen de systemen aan de hand van fictieve profielen en typische loopbaantrajecten van werkzoekenden, zoals studenten, werknemers met tijdelijke en vaste contracten, en oudere werknemers. Die persoonlijke benadering stelt de lezer in staat de abstracte resultaten te concretiseren en beter te begrijpen hoe de stelsels in de praktijk werken. Segaert concludeert dat “hoewel de beide systemen hun eigenheden hebben die bepaald zijn door de sociale, economische en politieke context van de landen, er toch opvallende gelijkenissen te bemerken zijn.”
Studie: Vergelijkbare typegevallen vergoeding van werkloosheid België/Frankrijk